eclips99

De eclips op 11 augustus 1999


De totale zonsverduistering 

Om 5.10 vertrokken we met mijn Golfje naar het Zuiden om de totale zonsverduistering te zien. Het was mijn eerste grote zelfstandige buitenlandse autorit! Zoon M. en dochter L. hadden de auto volgestouwd met spelletjes, boeken en snoep. Ook hadden ze hun kussens en slaapzak bij zich. Voor de zekerheid had ik stoelen, een tent en veel water en broodjes meegenomen. De weersverwachting was niet denderend. We hadden net ruim een maand warm tot zeer warm weer gehad, maar nu had het al twee dagen geregend (mijn vakantie was begonnen!). Mijn oorspronkelijke plan was om via Duitsland naar de totaliteitszone te rijden, en dan eventueel in Luxemburg te blijven hangen voor de dag. Maar het weerbericht meldde dat alleen in het noordwesten van Frankrijk een kans op opklaringen was. Dus zonder Franse Francs op zak zijn we naar Noord-Frankrijk gegaan.
Om 8 uur waren we aan de Franse grens bij Valenciennes, en daarna begon het slecht te gaan met het verkeer. Veel opstoppingen door wegwerkzaamheden, en het vorderde maar langzaam. Voor Camprai hebben we zeker een half uur gestaan. Het weer baarde me ook zorgen. Nergens blauwe lucht, af en toe een gaatje in de bewolking. Dat voorspelde nog niets goed. Eigenlijk wilde ik naar Amiens, dat leek me westelijk genoeg én dat lag zeker in de totaliteitszone. Toen we eindelijk in Bapaume waren aangekomen (ook hier weer een dom verkeersplein waar iedereen door moest), moest ik een beslissing nemen omdat het nu toch wel erg laat was (10.30), en ik nog niet het gevoel had dat we al in de totaliteitszone zaten. Door een streep te trekken op een ANWB-routekaart had ik de zone geschat, en Bapaume lag precies op de grens. We zijn toen naar Péronne gegaan. Op die weg zag ik op een heuvel in de net gemaaide graanvelden al auto’s staan, en foto-apparatuur en mensen met eclipsbrillen. Ik vertrouwde op mijn intuïtie en ben gedraaid. We stonden er net, toen een andere Nederlandse auto stopte. Een onbekend gebleven man ging daar samen met ons naar de eclips kijken. Ik had net de telefoon uit mijn tas gehaald om W. te bellen, toen ik door hem gebeld werd. Toeval? In Swalmen konden ze ook de zon zien verdwijnen. Ben blij dat W., S., G. en Mia ook gekeken hebben. 

In dit deel van Frankrijk, begon de eclips om 11.05 u., was op zijn maximum om 12.24 u. en eindigde weer om 13.45 u. Vijf minuten eerder dan in Swalmen.





Omdat we op een heuvel stonden konden we helemaal rondom kijken. Er waren alleen gras- en afgemaaide graanvelden. In de verte wat bos. Hazen sprongen nog vrolijk rond. Ook waren er vogels. En nog heel veel verkeer dat achter ons raasde (het asfalt was nou niet bepaald van een fluisterstil type). Helaas geen bloemen, die misschien ‘s nachts dichtgingen.
Het was niet erg warm, maar de zon verwarmde ons nog. Achter ons kwamen de opklaringen, terwijl het wolkendek een gaatje openhield zodat wij de zon met een ‘gat’ rechtsboven eruit al konden bekijken. Soms hadden we geen brillen nodig, omdat de wolken voor de zon schoven en we het zo wel konden zien, een zonnebril was al genoeg. Zo experimenteerden we, terwijl we wachtten op de dingen die komen zouden. Heel langzaam werd het donkerder. Een uur wachten kan soms lang duren, maar hier was dat uur zo voorbij. Heel onwerkelijk! Terwijl de kinderen elkaar vermaakten, en ik met de man over zijn werk sprak keken we af en toe door onze brillen naar de zon die steeds kleiner werd.
De kleur van het licht werd anders, wat groeniger, net alsof het zo zou kunnen onweren. De opklaring had ons bereikt en we konden alles heel goed volgen. De wind stak op, en je voelde het kouder worden. Ik kreeg zelfs kippevel. Ik denk dat het toch zeker 10 graden kouder werd. Het werd steeds stiller om ons heen. Af en toe een auto, die nog een beter plaatsje wilde bemachtigen? 


In de verte zag je het al donker worden, net alsof het slecht weer werd. De gele graanvelden weerkaatsten het licht nog een beetje. In de verte blafte een hond. Die hadden we nog niet eerder gehoord. De schapenwolken leken zich wel rondom onze zon te draaien, zodat we het ergste vermoedden over het zicht op de zon. Maar uiteindelijk bleek dat we geluk hadden gehad.
Het was wonderlijk, ik was helemaal in het Nu. De belevenis liet ik helemaal tot mij komen. Ik verbaasde me over de scherpe schaduw, over het vreemde licht. Die laatste minuten zag ik de maan gewoon over de zon schuiven. Het leek steeds sneller te gaan, de laatste lichtstraal (een diamant, hoorde ik later) en toen was de zon weg. Ik zag niets meer, waar was nu de corona? Pas toen ik met het blote oog keek zag ik de corona. Een mooie krans licht rondom een zwarte bol. Rondom in het veld hoorde ik mensen enthousiast roepen. Omdat het nu heel stil geworden was (geen beesten, zelfs de hond niet, ook de auto’s waren gestopt, geen wind), hoorde ik de mensen, die zeker een paar honderd meter verderweg stonden. Het was nog steeds niet echt donker, heel vreemd. L. probeerde foto’s te maken, maar ik vrees dat de sluitertijd toch te langzaam was, en dat de foto’s bewogen zijn. We zullen wel zien wat het geworden is.



Het was nu echt stil geworden. Zelfs de mensen waren aan het wachten totdat de twee minuten voorbij waren, en we weer de zon zouden gaan zien. En inderdaad, véél te vroeg voor mijn gevoel, kwam daar die tweede diamant (de eerste zonnestraal na een eclips). Heb uiteraard meteen een waarschuwing aan de kinderen gegeven dat ze hun bril weer moesten gebruiken. Ook hoorde ik rondom weer dat enthousiaste geroep. Ook de hond liet zich weer horen. Een beetje teleurgesteld was ik wel. Het was alweer voorbij. We hebben daar nog een half uur gestaan, de man vertrok weer naar Haarlem. En ik voelde hoe de zon me langzaam weer verwarmde. Het was grappig om te zien dat al het verkeer weer snel op gang kwam. Terwijl de maan nog steeds gedeeltelijk voor de zon was geschoven, bleek het toch voor iedereen een verbroken betovering. Het leek wel alsof iedereen weer snel naar de orde van de dag wilde.
Wat me van het gesprek met die man bij gebleven was, was zijn opmerking dat we niet zonder de zon kunnen. Zó weinig licht kon nooit genoeg groeikracht leveren voor al onze gewassen! Onbewust moest ik denken aan die meteoor die ingeslagen was, waardoor de aarde verduisterd werd en de dinosaurussen uitstierven.
Zelf vond ik het een voorrecht dat ik dit als nietig mens mocht waarnemen. Het laat je beseffen, dat er meer op aarde is dan haat en nijd, en al die dagelijkse beslommeringen, waar iedereen weer zo hard naartoe reed.
Ik weet niet meer hoe laat we vertrokken, maar we hebben nog genoeg files gezien. Net voor Valenciennes hebben we in een wegrestaurant wat gegeten en gedronken. Daar trof ik een collega, Paul van Vilsteren, met zijn vrienden. Toeval?

De rit verliep verder redelijk voorspoedig. Alleen voor de Franse grens en voor Maastricht stonden er files. Zevenhonderd kilometers verder en 14 uur later waren we weer thuis. En mijn oren suisden niet, zoals ik dat altijd gewend was van de vele motorritten naar het buitenland.

Patricia Coors, 11 augustus 1999

terug naar Schrijfstappen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten